Liedjes die beginnen met een:
O, kom er eens kijken
Olifantje in het bos
O, wat zijn wij heden blij
Onder de grond, onder de grond
Onder hele hoge bomen
Onder moeders paraplu
Onweer, onweer
Op de boerderij daar
lopen dieren in de wei
Op een grote paddestoel
Op een klein stationnetje
Opa Bakkebaard heeft een huisje
Oude opa Prikkeldraad
Oze wieze woze wieze walla
O, kom er eens kijken:
O, kom er eens kijken.
De grote reus loopt door het woud.
Daar zijn ook kaboutertjes,
die zijn wel eens stout.
Want als hij slaapt, die grote reus,
dan trekt er eentje aan zijn neus,
één aan zijn arm, één aan zijn benen.
Kabouters, loop vlug henen.
O, kom er eens kijken.
De grote reus is opgestaan
en zal die kabouters wel een pakken gaan.
Olifantje in het bos: (gekregen via e-mail)
Olifantje in het bos
laat je mama staart niet los
anders raak je de weg nog kwijt
en dan krijg je later spijt
Olifantje in het bos
laat je mama staart niet los
O, wat zijn wij heden
blij:
O, wat zijn wij heden blij.
…. is jarig, …. is jarig.
O, wat zijn wij heden blij.
…. is jarig en dat vieren wij.
Op de .... word de naam van de jarige ingevuld.
Onder de grond:
Onder de grond, onder de grond
daar woont een mol in zijn jasje van bont.
Graaft er een gang, tien meter lang,
zand op zijn snuitje en zand op zijn wang.
Molletje kan bijna niet zien;
dat is toch gevaarlijk misschien.
Molletje, straks stoot je je kop,
zet voortaan altijd je bril maar op.
Onder de grond, onder de grond
daar woont een mol in zijn jasje van bont.
Eet er een bol, eet er een knol,
molletje eet er zijn buikje wel vol.
Molletje kan bijna niet zien;
dat is toch gevaarlijk misschien.
Molletje, straks stoot je je kop,
zet voortaan altijd je bril maar op.
Onder de grond, onder de grond
daar woont een mol in zijn jasje van bont.
Draagt nooit een vest, net als de rest,
nee, in zijn bontjas voelt hij zich het best.
Molletje kan bijna niet zien;
dat is toch gevaarlijk misschien.
Molletje, straks stoot je je kop,
zet voortaan altijd je bril maar op.
Onder hele hoge bomen:
Onder hele hoge bomen
in een groot kabouterbos
staat een heel klein aardig huisje
zomaar midden op het mos.
‘k Zou er best in willen wonen,
maar ik ben toch veel te groot.
’t Is gemaakt voor de kabouters
met hun jas en mutsjes rood.
Als het ’s avonds donker wordt
is dat helemaal niet naar,
want dan zitten de kabouters
zo gezellig bij elkaar.
Ieder zit dan op een krukje
met een kaarsje in zijn hand
en dan zie je alle lichtjes
van kaboutersprookjesland.
Onder moeders paraplu:
Onder moeders papaplu
liepen een twee kindjes.
Hanneke en Janneke,
dat waren dikke vrindjes.
En de klompjes gingen van klik klak klik,
en de regen deed van tik tak tik
op moeders paraplu, op moeders paraplu.
Toen kwam Jan de wind erbij.
Die joeg eerst heel zoetjes.
Toen al hard en harder maar
de regen in hun snoetjes.
En Jan de wind die rukte en trok
en op en neder ging de stok
van moeders paraplu, van moeders paraplu.
Maar Hanneke en Janneke
dat waren flinke klantjes.
Die hielden stijf de paraplu
in allebei hun handjes.
En ze lachten blij van hi ha hi
en ze riepen: Jan, jij krijgt hem ni.
‘t Is moeders paraplu, ‘t is moeders paraplu.
Onweer, onweer:
(Van Ingrid
Scheepers)
Onweer, onweer
het begon weer
toen ik net naar buiten keek
Onweer, onweer
het begon weer
alle wolken zijn van streek
FLITS BOEM KNAL
overal in het heelal
Onweer onweer
het begon weer
dat duurt nu al de hele week
Op de
boerderij daar lopen dieren in de wei:
Op de boerderij daar lopen dieren in de wei
en de boer die ging ze voeren.
Op de boerderij daar lopen dieren in de wei
en weet je wat hij zei:
Dág kip, wil je wat eten?
Ja, zie de kip, tok tok tok.
Dág koe, wil je wat eten?
Ja, zei de koe, boe boe boe.
Op een grote paddestoel:
Op een grote paddestoel,
rood met witte stippen,
zat kabouter Spillebeen
heen en weer te wippen.
Krák, zei de paddestoel
en met een diepe zucht
stak kabouter Spillebeen z’n beentjes in de lucht!
Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen
Op die grote paddestoel rood met witte stippen
Daar kwam vader Langbaard aan en die zei toen luid:
'Moet dat stoeltje ook kapot, Spillebeen schei uit'
Op een klein
stationnetje:
Op een klein stationnetje,
‘s morgens in de vroegte,
stonden zeven wagentjes
netjes op een rij.
En het machinistje
draaide aan het wieletje.
Hakke hakke puf puf,
weg zijn wij!
Opa Bakkebaard
heeft een huisje:
Opa Bakkebaard heeft een huisje en in dat huisje daar is het goed.
Opa Bakkebaard is aan 't werken en weet jij wel wat hij doet?
Hij veegt de vloer, met een bezem, met een bezem.
Hij veegt de vloer, zo veegt hij de vloer.
Opa Bakkebaard heeft een huisje en in dat huisje daar is het goed.
Opa Bakkebaard is aan 't werken en weet jij wel wat hij doet?
Hij snijt zijn brood, met een zakmes, met een zakmes.
Hij snijt zijn brood, zo snijdt hij zijn brood.
Opa Bakkebaard heeft een huisje en in dat huisje daar is het goed.
Opa Bakkebaard is aan 't werken en weet jij wel wat hij doet?
Hij naait zijn broek, met een spijker, met een spijker.
Hij naait zijn broek, zo naait hij zijn broek.
Oude opa Prikkeldraad:
Oude opa Prikkeldraad
is af en toe een beetje kwaad
kwaad als ik de deur dicht knal
of als ik van mijn stoel af val.
Oude opa Prikkeldraad
is af en toe een beetje kwaad
kwaad als ik de trap afglij
of zit te kliederen met klei
Oude opa Prikkeldraad
is af en toe een beetje kwaad
maar krijgt hij een kus van mij
dan is hij weer een beetje blij.
Oze wieze woze wieze
walla:
Oze wieze woze wieze walla
kristalla kristoze
wieze woze wieze wiswiswiswis.
Heb jij voor ons nog een leuk liedje die hier beslist thuis
hoort,
mail ons die gerust,
klik dan op Diddl hieronder,
ook wanneer je muziek in midi of
wav-bestand hebt, houden wij ons aanbevolen!!